Onze nieren leiden de stofwisseling in het menselijk lichaam in goede banen. Het menselijk lichaam bestaat voor een groot deel uit water. De nieren reguleren dat vocht in het lichaam en zorgen er zo voor dat het lichaam goed kan functioneren, ook in wisselende omstandigheden. Nieren zorgen er bovendien voor dat het lichaam de noodzakelijke stoffen vasthoudt en afvalstoffen kwijtraakt.
Nieren produceren dagelijks circa 150 liter voorurine, dit is gefilterd bloedplasma. Nierbuisjes voeren ca. 148 liter daarvan weer terug naar het bloed. Het meeste circuleert dus weer gewoon mee in het lichaam. Het restant, zo'n 1,5 liter, wordt als urine uitgeplast. Het teveel aan vocht, zout, zuur en afvalstoffen vormt dus uiteindelijk de urine.
De geproduceerde urine wordt opgeslagen in de urineblaas. Pas als de blaas min of meer vol raakt krijgen we, normaal gesproken, aandrang om te plassen.
Wat voor functie hebben de nieren precies?
De meeste mensen beschikken over twee nieren. De nieren liggen aan de achterkant van het lichaam, ter hoogte van uw middel. Een aantal mensen wordt echter geboren met slechts één nier. Andere mensen hebben nog maar één werkende nier omdat hun andere nier, door een aandoening of een ongeluk, is uitgeschakeld. Normaal gesproken is dat geen enkel probleem. Het is goed mogelijk om met één gezonde nier te leven.
Gezonde nieren hebben een grote capaciteit. Daarom is het ook niet ernstig als de werking met het ouder worden achteruit gaat. Nieren die nog maar voor de helft werken, kunnen hun taken vervullen. Zelfs bij een niertransplantatie wordt volstaan met het inbrengen van één nieuwe nier.
Gezonde nieren produceren dagelijks een flinke hoeveelheid urine. De hoeveelheid urine verschilt van persoon tot persoon. De meeste mensen plassen vier tot acht keer per dag en af en toe 's nachts. Als u veel drinkt, neemt de hoeveelheid urine toe. Als u veel vocht verliest door transpiratie plast u minder dan anders.
Als u erg vaak moet plassen en het plassen is pijnlijk, kan er sprake zijn van een urineweginfectie. Als u vaak 's nachts moet plassen, en het komt niet door veel drinken, dan kan dat wijzen op een probleem met de blaas, de nieren, of bij mannen met de prostaat.
De kleur van urine kan erg verschillend zijn. Dat is normaal. Als u een tijd niet geplast heeft, wordt de urine geconcentreerder en daardoor donkerder. Als u veel drinkt en daardoor vaak plast, is de urine vaak licht van kleur. Sommige medicijnen geven urine een vreemde kleur. Als u medicijnen gebruikt en u merkt iets aan uw urine, vraag uw arts of apotheker dan of dat mogelijk aan de medicijnen ligt. Ook etenswaren kunnen urine een vreemde kleur geven. Als U bietjes heeft gegeten kan de urine er rood of paars uitzien. Verse urine ruikt bijna niet. Als de urine vies ruikt, kan dit wijzen op een infectie. Ook hier geldt dat sommige medicijnen, bijvoorbeeld vitamine B, en etenswaren urine een andere geur geven. Als u bloed in de urine heeft, kan dit een heleboel verschillende oorzaken hebben. Nader onderzoek is dan nodig.
Nierziekten geven niet altijd aanleiding tot klachten. En sommige klachten lijken weliswaar te duiden op een nieraandoening maar kunnen ook door andere oorzaken zijn ontstaan. Daarom is het altijd noodzakelijk de urine te onderzoeken. Urine-onderzoek geeft een eerste aanwijzing om te kunnen bepalen of er inderdaad iets mis is met de nieren of de urinewegen.
Hieronder vindt u een lijstje van voorkomende klachten.
Let op! Dit lijstje is niet volledig, maar als u één van deze klachten heeft of herkent, kunt u het beste naar uw huisarts gaan. Uw huisarts bespreekt de klachten met u en kan besluiten tot verder onderzoek.
Als uw arts vermoedt dat iets niet in orde is met uw nieren, zal allereerst uw urine en bloed worden onderzocht. Als daaruit blijkt dat de nieren niet helemaal goed werken, is verder onderzoek nodig om de oorzaak vast te stellen. Uw huisarts verwijst U in dat geval naar een internist, een uroloog of een nefroloog. Zij zijn stuk voor stuk specialist op het gebied van de nieren en de urinewegen. De onderzoeken vinden normaal gesproken plaats in het ziekenhuis.
Veel mensen hebben wel eens nierstenen. Maar nader onderzoek is vaak pas nodig als iemand er bij herhaling last van heeft. Nierstenen ontstaan omdat niet alle afbraakprodukten in de urine kunnen worden opgelost. Dan blijven kleine brokjes hard geworden afvalstof achter in de urine¬afvoerwegen van de nieren: in de urineleiders of het nierbekken. Het ontstaan van nierstenen kan allerlei oorzaken hebben en is soms te wijten aan een te sterke werking van de bijschildklieren. Hierdoor komt te veel calcium in de urine. Enkele aandoeningen die nierstenen veroorzaken zijn erfelijk.
Als u een nierziekte heeft, is zwangerschap nogal eens problematisch. Er treden tijdens de zwangerschap namelijk nogal wat veranderingen op in de nieren. Zo kan de nierfunctie tijdens de zwangerschap bijvoorbeeld aanzienlijk verslechteren. Als er sprake is van een blijvend onvoldoende nierwerking (nierinsufficiëntie), is de kans op zwangerschap erg klein.
Bij lichte stoornissen in de nierwerking is de kans op zwangerschap vrijwel normaal. Maar als de nieren niet goed werken, wordt de kans op zwangerschap kleiner, omdat door een teveel aan afvalstoffen in het bloed hormonale stoornissen ontstaan. Bij sommige nierziekten is er een grotere kans op een miskraam of een vroeggeboorte. Ook bij mannen wordt de vruchtbaarheid minder naarmate de nieren slechter werken.
Vrouwelijke nierdialysepatiënten worden zelden zwanger. Bij zwangerschap zal de dialysebehandeling intensiever moeten zijn. Zo nodig dagelijks. Voor moeder en kind is het verwijderen van afvalstoffen extra belangrijk. Een optimale controle van bloeddruk en bloedarmoede is essentieel, evenals het waken voor infecties.
Ondanks intensieve controle heeft zwangerschap bij een dialysepatiënte helaas zeer veel risico's. Een miskraam komt vaak voor. Meestal komt de bevalling te vroeg en is het kind te klein voor de duur van de zwangerschap.
Als u een nierziekte heeft en graag zwanger wilt worden, kan dat lukken met een intensieve medische begeleiding. Laat u daarom goed informeren door uw behandelend arts over de mogelijkheden in uw persoonlijke situatie. Zo komt u niet voor verrassingen te staan.
Suikerziekte (Diabetes Mellitus) kan nierproblemen met zich meebrengen. Daarom is geregelde controle van de nierfunctie bij diabetici belangrijk. Als bij diabetici schade aan de nieren ontstaat, spreken we van diabetische nefropathie (nefron = nier; pathie = ziekte) die bij circa 40% van de patiënten met suikerziekte optreedt. Er is dan sprake van een geleidelijke achteruitgang van de nieren. Dit proces uit zich meestal pas tien tot vijftien jaar na aanvang van de suikerziekte.